Carlos Wagner regisseerde The Rape of Lucretia voor het eerst 23 jaar geleden – eerst voor de IOA, later voor Opera Vlaanderen. Het was de start van zijn carrière. Hij herkende in Britten’s partituur een grote gestileerdheid die hem deed denken aan het Japanse Noh-theater. Vandaag ontmoeten Wagner en Lucretia elkaar opnieuw. Het dwingt Wagner tot een andere aanpak. Deze keer focust de regisseur op het verband tussen de opera en WOII.
The Rape of Lucretia ging in première een jaar na het einde van WOII. Oorlog verwoest een samenleving tot in het diepst van haar vezels. Geweld lokt geweld uit : tijdens WOII nam in Groot- Brittannië de misdaad dramatisch toe, het aantal verkrachtingen steeg.
Zoals elke verkrachting is de verkrachting van Lucretia niet enkel een seksuele handeling. Het is een brutale, hopeloze poging om macht te verwerven, om het onbereikbare te domineren, om te onderwerpen. Zo lees je Lucretia’s verkrachting als een allegorie, een verbeelding van brutaal geweld tussen mensen, geweld dat onherstelbare littekens nalaat die het slachtoffer drijven tot een wanhoopsdaad die niemand weet te voorkomen.